De Kunst om te Leven: Vipassana Meditatie

Het volgende artikel is gebaseerd op een lezing die S.N. Goenka heeft gegeven op 16 juli 1980 in Bern, Zwitserland.

Iedereen is op zoek naar vrede en harmonie, omdat deze in ons leven ontbreken. We voelen ons allemaal wel eens rusteloos, geïrriteerd, uit ons evenwicht, ellendig. En als we ons rusteloos voelen, houden we dit niet beperkt tot onszelf maar blijven we dit vervelende gevoel overbrengen op anderen. De onrust doordringt de atmosfeer rond degene die zich ellendig voelt. En ieder ander waarmee zo iemand in contact komt wordt ook geïrriteerd, rusteloos. Dit is beslist niet de juiste manier van leven.

Men zou in vrede met zichzelf moeten leven en in vrede met alle anderen. Per slot van rekening is de mens een sociaal wezen. Hij leeft nu eenmaal in een maatschappij waar hij met anderen te maken heeft. Maar hoe kan men in vrede leven? Hoe kunnen we in harmonie met onszelf blijven en de vrede en harmonie om ons heen bewaren, zodat ook anderen in vrede en harmonie kunnen leven?

Om verlost te worden van onze onrust moeten we de eigenlijke oorzaak van de onrust kennen, de oorzaak van die ellende. Als we het probleem onderzoeken wordt al snel duidelijk dat, telkens wanneer we iets negatiefs, een onzuiverheid in de geest ontwikkelen, we wel onrustig moeten worden. Een geestelijke onzuiverheid, een mentale verontreiniging kan niet samen gaan met vrede en harmonie.

Hoe ontwikkelen we nu zo'n negativiteit? Het wordt duidelijk door het te onderzoeken. We worden erg ongelukkig als we merken dat iemand zich gedraagt op een manier die ons niet bevalt, als we merken dat er iets gebeurt wat we onaangenaam vinden. Ongewenste dingen gebeuren en we creëren spanning in onszelf. Gewenste dingen gebeuren niet, een paar hindernissen doen zich voor en weer winden we ons daarover op. We beginnen innerlijk in de knoop te raken. En het hele leven lang blijven er ongewenste dingen gebeuren; gewenste dingen gebeuren misschien, misschien ook niet en dit proces van reageren, van knopen leggen, Gordiaanse knopen, maakt de hele geestelijke en lichamelijke structuur zo gespannen, vol van negativiteit. Het leven wordt één grote ellende.

Een manier om het probleem op te lossen is om het leven zó te organiseren dat er zich nooit iets ongewensts voordoet en dat alles precies zo blijft gebeuren zoals we dat graag willen. Dan zouden we zo'n macht moeten ontwikkelen, -of iemand anders die machtig is zou ons moeten helpen- dat er zich geen ongewenste dingen voordoen en dat alles wat we wensen gebeurt. Maar dat is onmogelijk. Er is geen mens ter wereld wiens wensen altijd vervuld worden, in wiens leven alles volgens wens verloopt, zonder dat er ook maar iets ongewensts gebeurt. Er doen zich voortdurend dingen voor die tegengesteld zijn aan onze wensen en verlangens. De vraag is dus: hoe kunnen we ophouden blindelings te reageren op dingen die we niet leuk vinden en voorkomen dat we impulsief reageren? Hoe kunnen we voorkomen dat we gespannen worden? Hoe kunnen we onze rust en vrede bewaren?

In het verleden bestudeerden wijze en heilige mensen uit India en andere landen dit probleem: hetprobleem van het menselijk lijden- en zij vonden een oplossing: als er zich iets onaangenaams voordoet en men begint hierop te reageren door woedend, angstig of negatief te worden, dan moet men zo snel mogelijk zijn aandacht afleiden. Sta bijvoorbeeld op, neem een glas water, drink - de woede zal niet toenemen, maar zakt. Of begin te tellen: een, twee, drie, vier; of herhaal een woord, een woord of een zin, welke dan ook, misschien de naam van een god of een heilige in wie men vertrouwen heeft. De geest wordt afgeleid, en, tot op zekere hoogte, raakt men de negativiteit, de woede kwijt.

Deze oplossing was handig: het werkte. En het werkt nog steeds. Als men dit toepast voelt de geest zich vrij van onrust. Maar in feite werkt deze oplossing alleen op bewust niveau. In werkelijkheid duwt men de negativiteit, als men de aandacht er van afleidt, diep in het onderbewuste en op dat niveau blijft men dezelfde negativiteit produceren en vermenigvuldigen. Aan de oppervlakte is er een dun laagje van vrede en harmonie, maar in de diepte van de geest ligt een sluimerende vulkaan van onderdrukte negativiteit die vroeg of laat tot een geweldige uitbarsting zal komen.

Andere zoekers naar de innerlijke waarheid zochten nog verder. En toen ze in zichzelf de realiteit van geest en materie ervaarden, kwamen ze tot de ontdekking, dat de aandacht afleiden slechts weglopen voor het probleem is. Vluchten helpt niet: men moet het probleem onder ogen zien. Telkens wanneer er iets negatiefs in de geest opkomt, observeer het dan, zie het onder ogen. Zodra men een mentale onzuiverheid gaat observeren, verliest deze al haar kracht. Langzaamaan ebt zij weg en lost zich op.

Een goede oplossing, waarbij het negatieve niet wordt verdrongen maar ook niet de vrije teugel wordt gelaten. Door iets negatiefs in het onderbewuste te begraven kan dit zich niet oplossen en door het naar buiten te laten komen, in woord of daad, ontstaan alleen maar meer problemen. Maar als men enkel maar observeert dan verdwijnt de onzuiverheid en heeft men deze negativiteit opgelost, is men vrij van deze onzuiverheid.

Dat klinkt allemaal heel mooi, maar werkt het ook zo in de praktijk? Is het voor gewone mensen wel mogelijk onzuiverheden onder ogen te zien? Als woede in ons opkomt worden we daardoor zó snel overmeesterd dat we het niet eens in de gaten hebben. Dan, overmand door woede, doen of zeggen we dingen die kwetsend zijn voor onszelf en voor anderen. Later, als de woede gezakt is, zit het ons dwars en hebben we er spijt van. We vragen dan deze of gene of God om vergeving: "Oh, ik heb iets verkeerds gedaan, vergeef me alstublieft!" Maar de volgende keer, in een soortgelijke situatie, reageren we op precies dezelfde manier. Al dat berouw helpt niets.

De moeilijkheid is, dat we er ons niet van bewust zijn wanneer een onzuiverheid begint. Zij begint diep in het onderbewuste van de geest en tegen de tijd dat zij het bewuste niveau bereikt heeft, is zij zo sterk geworden dat zij ons overmeestert en we haar niet kunnen observeren.

Stel dat ik iemand in dienst zou nemen om me iedere keer dat er woede in me opkomt te waarschuwen. Maar omdat ik er geen idee van heb wanneer de woede op zal komen, heb ik drie mensen nodig: voor een drie ploegendienst, 24 uur per dag. Stel dat ik me dat kan veroorloven en dat er woede in me opkomt. Mijn assistent meldt meteen: "Pas op, woede!". Dan is het eerste wat ik doe hem een uitbrander geven: "Idioot, denk je dat je betaald wordt om mij de les te lezen?" De woede overmant me zo dat geen goede raad zal helpen.

Stel dat ik verstandig ben en hem niet uitscheldt. In plaats daarvan zeg ik: "Bedankt, nu moet ik gaan zitten en mijn woede observeren." Maar is dat wel mogelijk? Zodra ik mijn ogen sluit en de woede probeer te observeren komt meteen het onderwerp van de woede in mijn gedachten: de persoon of het incident dat de woede teweeg bracht. Dan ben ik niet bezig de woede te observeren; ik observeer dan alleen de prikkel van buitenaf die aanleiding gaf tot de emotie. Dit zal de woede alleen maar erger maken en is dus geen oplossing. Het is erg moeilijk om een abstracte negativiteit, een abstracte emotie te observeren, los van het onderwerp van buitenaf dat deze heeft veroorzaakt.

Maar iemand die de uiteindelijke waarheid bereikte vond een echte oplossing. Hij ontdekte dat, telkenswanneer er een onzuiverheid in de geest opkomt, er tegelijkertijd twee dingen op lichamelijk vlak gebeuren. Eén ervan is dat de adem zijn normale ritme verliest. Men gaat zwaarder ademen telkens als er iets negatiefs in de geest ontstaat. Dit is gemakkelijk te observeren. En, op een fijner niveau, begint er één of andere biochemische reactie in het lichaam, die leidt tot de één of andere gewaarwording. Elke onzuiverheid doet de één of andere gewaarwording in het lichaam ontstaan.

Dit is een praktische oplossing. Een gewoon iemand kan geen abstracte onzuiverheden in de geest observeren: abstracte angst, woede of hartstocht. Maar met de juiste training en oefening is het erg gemakkelijk de ademhaling en de gewaarwordingen te observeren, die beide in direct verband staan met mentale onzuiverheden.

Ademhaling en gewaarwordingen helpen op twee manieren. Op de eerste plaats gaan ze fungeren als assistenten. Zodra er een onzuiverheid in de geest opkomt verliest de adem zijn normale ritme. Hij maakt ons erop attent dat er iets fout gegaan is. En, we kunnen de adem niet uitschelden; we moeten de waarschuwing wel accepteren. Op dezelfde manier vertellen de gewaarwordingen ons dat er iets verkeerd gegaan is. Dan, gewaarschuwd, kunnen we de ademhaling gaan observeren, de gewaarwordingen gaan observeren. We zullen dan we al heel snel merken dat de onzuiverheid verdwijnt.

Dit geestelijk-lichamelijk verschijnsel is als de twee kanten van een medaille. Op de ene kant staat een gedachte of emotie die in de geest opkomt. Op de andere kant staan de ademhaling en de gewaarwordingen in het lichaam. Elke gedachte of emotie, elke mentale onzuiverheid die opkomt uit zich in de adem en in de gewaarwordingen van dat moment. Door de ademhaling of de gewaarwordingen te observeren, observeren we dus in feite de mentale onzuiverheden. In plaats van weg te lopen voor het probleem, zien we de realiteit onder ogen zoals ze is. Dan zullen we merken dat de onzuiverheden hun kracht verliezen; zij kunnen ons niet langer overmeesteren zoals in het verleden gebeurde. Als we volhouden, verdwijnen de onzuiverheden uiteindelijk helemaal en bewaren we onze rust en geluk.

Op deze wijze laat deze techniek van zelf-observatie ons de twee aspecten van de werkelijkheid kennen: innerlijk en uiterlijk. Voorheen keken we altijd alleen maar naar buiten zonder de innerlijke waarheid te zien. We zochten de oorzaak voor het feit dat we ons ongelukkig voelden altijd buiten onszelf; we gaven altijd de werkelijkheid buiten onszelf de schuld en probeerden die te veranderen. Ons niet bewust van de innerlijke realiteit, begrepen we nooit, dat de oorzaak van ellende binnen in ligt, in onze eigen blindelingse reacties op aangename en onaangename gewaarwordingen.

Door oefening kunnen we nu de andere kant van de medaille zien. We kunnen ons bewust zijn van de ademhaling en ook van wat zich binnen in ons afspeelt. Of het nu adem of gewaarwording is, we leren deze gewoon te observeren zonder ons geestelijk evenwicht te verliezen. We stoppen met reageren, stoppen met het vermenigvuldigen van onze ellende. In plaats daarvan geven we de onzuiverheid de kans naar buiten te komen en zich op te lossen.

Hoe meer men deze techniek beoefent, des te meer merkt men hoe snel men uit het negatieve kan komen. Geleidelijk aan wordt de geest vrij van onzuiverheden; hij wordt puur. En een pure geest is altijd vol liefde, onvoorwaardelijke liefde; vol mededogen voor de tekortkomingen en de ellende van anderen; vol vreugde over hun succes en geluk; vol gelijkmoedigheid onder alle omstandigheden.

Als men dit stadium bereikt verandert het hele patroon van iemands leven. Het is niet langer mogelijk iets te zeggen of te doen wat de vrede en het geluk van anderen verstoort. In plaats daarvan komt de evenwichtige geest niet alleen zelf tot rust maar de atmosfeer rondom zo iemand wordt doordrongen van vrede en harmonie. Dit begint op zijn beurt invloed te hebben op anderen, begint anderen ook te helpen.

Door te leren in evenwicht te blijven ten opzichte van alles wat men innerlijk ervaart, ontwikkelt men ook onthechting ten opzichte van alles wat men in de buitenwereld tegen komt. Deze ongehechtheid is echter geen manier om te ontsnappen of onverschilligheid ten opzichte van de problemen op de wereld. Degenen die regelmatig Vipassana beoefenen worden gevoeliger voor de ellende van anderen, en doen hun uiterste best om die ellende zo goed als ze kunnen te verlichten -zonder enige opwinding, maar met een geest vol liefde, mededogen en gelijkmoedigheid. Zij beoefenen een serene onverschilligheid- hoe zich volledig in te zetten, volledig betrokken te zijn bij het helpen van anderen, terwijl men tegelijkertijd geestelijk in evenwicht blijft. Op deze wijze bewaren zij hun eigen geluk en tevredenheid, terwijl ze meewerken aan de vrede en harmonie van anderen.

Dit is wat de Boeddha leerde, een kunst om te leven. Hij heeft nooit een religie, enig -isme onderwezen. Hij heeft nooit tegen zijn volgelingen gezegd dat ze rites of rituelen moesten uit voeren, blindelingse of inhoudsloze formaliteiten. In plaats daarvan leerde hij hen de natuur gewoon te observeren zoals deze is, door het observeren van de werkelijkheid binnen in. Uit onwetendheid blijven we reageren op een manier die schadelijk is voor onszelf en voor anderen. Wordt men wijs- wijs in die zin dat men de werkelijkheid observeert zoals zij is, dan komt men van de gewoonte af om te reageren. Als we stoppen met impulsief reageren dan zijn we tot werkelijke actie in staat - actie die voortkomt uit een evenwichtige geest. Een geest die de werkelijkheid ziet en begrijpt. Zo'n manier van handelen kan alleen maar positief zijn, creatief en nuttig voor onszelf en voor anderen.

Wat dan nodig is, is het "ken uzelf"- het advies dat iedere wijze gegeven heeft. We moeten onszelf niet alleen kennen op intellectueel niveau, op niveau van denkbeelden en theorieën. Noch louter op spiritueel of emotioneel niveau waarbij we zonder meer aanvaarden wat we gehoord of gelezen hebben. Zulke kennis is niet genoeg. We moeten de realiteit op het feitelijke niveau leren kennen. We moeten de realiteit van deze lichamelijke/geestelijke verschijnselen daadwerkelijk ondervinden. Alleen dit zal ons helpen om ons vrij te maken van onzuiverheden, vrij van ellende.

Dit direct ervaren van de waarheid over onszelf, deze techniek van zelf-observatie wordt Vipassana meditatie genoemd. In de taal die in India gesproken werd in de tijd dat de Boeddha leefde betekende *"passana"* kijken, zien met open ogen, in de gewone zin van het woord. Maar *"Vipassana"* betekent het observeren van dingen zoals zij werkelijk zijn, niet slechts zoals zij schijnen te zijn. De ogenschijnlijke waarheid moet doorgrond worden totdat we bij de uiteindelijke waarheid ten aanzien van de gehele geestelijke en lichamelijk structuur komen. Als we deze waarheid ervaren leren we op te houden met impulsief reageren, op te houden met het creëren van onzuiverheden en als vanzelf worden dan de oude onzuiverheden geleidelijk aan uitgewist. We worden vrij van alle ellende en ervaren wat het is om werkelijk gelukkig te zijn.

Het leerproces in een meditatiecursus bestaat uit drie delen. Op de eerste plaats moet men alle woorden of daden nalaten die de vrede en de harmonie van anderen verstoren. Men kan niet werken aan de eigen bevrijding van geestelijke onzuiverheden als men tegelijkertijd doorgaat met het zeggen of doen van dingen die deze onzuiverheden alleen maar doen toenemen. Moreel verantwoord gedrag vormt daarom de essentiële eerste stap van het leerproces. Men verbindt zich ertoe niet te doden, niet te stelen, zich seksueel niet te misdragen, niet te liegen en geen drugs of alcohol te gebruiken. Als men deze dingen nalaat geeft men de geest gelegenheid voldoende tot rust te komen om verder te gaan met de taak die hem te doen staat.

De volgende stap is om een zekere beheersing te krijgen over deze wispelturige geest, door hem te trainen gericht te blijven op één ding, de adem. Men probeert de aandacht zo lang mogelijk op de ademhaling gevestigd te houden. Dit is geen ademhalingsoefening; men reguleert de adem niet. In plaats daarvan observeert men de natuurlijke ademhaling zoals deze is, zoals hij naar binnen komt, naar buiten gaat. Op die manier brengt men de geest verder tot rust, zodat hij niet langer overmeesterd wordt door heftige negativiteiten. Tegelijkertijd concentreert men de geest en maakt men hem scherp en doordringend: in staat om inzicht te verwerven.

Deze eerste twee stappen, een moreel verantwoord leven leiden en het beheersen van de geest, zijn op zich zelf zeer nuttig en waardevol. Ze leiden echter tot zelfonderdrukking, tenzij men de derde stap neemt, het reinigen van de geest van onzuiverheden door het ontwikkelen van inzicht in de eigen aard. Dit is Vipassana: het ervaren van de eigen werkelijkheid door systematisch en onbewogen in zichzelf het steeds veranderende geest-materie verschijnsel dat zich manifesteert als gewaarwordingen, te observeren. Dit is de essentie van de leer van de Boeddha: zelfloutering door zelfobservatie.

Dit kan door iedereen beoefend worden. Iedereen heeft met ellende te maken. Het is een universele kwaal waarvoor een universele remedie nodig is. Als men woedend is is dat geen Boeddhistische, Hindoeïstische of Christelijke woede. Woede is woede. En als men tengevolge van deze woede rusteloos wordt is dit geen Christelijke, Joodse of Islamitische rusteloosheid De kwaal is universeel. De remedie moet dus ook universeel zijn.

Vipassana is zo'n remedie. Niemand zal bezwaar hebben tegen een levenswijze die de vrede en harmonie van anderen respecteert. Niemand zal er bezwaar tegen hebben controle over de geest te ontwikkelen. Niemand zal er bezwaar tegen hebben inzicht te ontwikkelen in zijn ware aard, waardoor het mogelijk wordt de geest te bevrijden van negativiteiten. Vipassana is een universele weg.

Het observeren van de werkelijkheid zoals zij is door het observeren van de waarheid binnen in betekent zichzelf direct leren kennen op ervaringsniveau. Door voortdurend te oefenen bevrijdt men zich van de ellende van onzuiverheden. Van de grove, oppervlakkige, ogenschijnlijke waarheid dringt men door tot de uiteindelijke waarheid van geest en materie. Overstijgt men deze waarheid, dan ervaart men een waarheid die aan geest en materie, aan tijd en ruimte, aan het geconditioneerde gebied van betrekkelijkheid voorbijgaat: de waarheid van totale bevrijding van alle onzuiverheden, alle geestelijke verontreiniging, alle ellende. Hoe men deze uiteindelijke waarheid noemt is niet van belang: het is het uiteindelijke doel van iedereen.

Moge u allen deze uiteindelijke waarheid ervaren. Mogen alle mensen uit hun onzuiverheden en ellende komen. Mogen zij werkelijk gelukkig zijn, werkelijke vrede en harmonie ervaren.

MOGEN ALLE WEZENS GELUKKIG ZIJN